OrSeCante gaat het voor dit project wel erg ver zoeken, zowel geografisch als muzikaal. Dieter Staelens —onze interimdirigent voor één project— koos hedendaagse en romantische muziek uit IJsland en Noorwegen. Het centrale werk van het concert is ‘Óttusöngvar á vori’ (1993) van de IJslandse componist Jón Nordal.
‘Óttusöngvar á vori’ (‘Ochtendgezangen in de lente’) bezingt de terugkeer van de zon in de lente. De tekst is een hedendaagse bewerking van poëzie uit de dertiende eeuw, gecombineerd met een Kyrie, Sanctus en Agnus Dei. OrSeCante krijgt hiervoor versterking van een klein instrumentaal ensemble (cello, slagwerk en orgel) en twee solisten (sopraan en altus).
IJsland springt blijkbaar zorgvuldig om met zijn muzikale erfenis. Begin vorige eeuw pucliceerde Bjarni Þorsteinsson een verzameling van meer dan 1000 volksliederen. Uit deze collectie zingen we een cyclus van 4 eenvoudige stukjes, in een bewerking van Hafliði Hallgrímsson. De onderwerpen die in deze 4 korte werkjes behandeld worden zijn nogal verscheiden: slaapliedje, geloof in God, de natuur,... Hun kracht halen ze vooral uit hun eenvoud.
Als contrast met beide IJslandse werken voert OrSeCante het redelijk bekende opus 74 van Edvard Grieg uit. Was religieuze muziek niet direct belangrijk in de muziek van Grieg, volksmuziek was dat zeker wel. Deze 4 psalmen (voor gemengd koor en bariton) schreef hij op het einde van zijn leven. Als basis dienden bekende Noorse volksliedjes.